Toen het Duitse leger Nederland op 10 mei 1940 binnenviel, bewaakten soldaten van 1-II-37 Regiment Infanterie de brug over het Julianakanaal in Berg aan de Maas. Nadat een in Nederlandse uniformen verkleed Duits overvalcommando de brugwacht overmeesterde, openden Nederlandse verdedigers aan de westzijde van de kanaalbrug het vuur op de Duitsers. Toen sterkere Duitse eenheden arriveerden, moesten de Nederlanders zich terugtrekken en viel de brug onbeschadigd in Duitse handen.  

Intussen staken de Nederlanders de Maas over richting Belgisch grondgebied en kwamen daar terecht in het kruisvuur tussen Belgen en de snel naderende Duitsers. Vijf militairen, Bram Bogers, Pieter Scheffers, Joannes Rademakers, Jan Dohmen en Louis Rouschop sneuvelden bij de oversteek. Het is niet bekend of ze door Belgisch of Duits vuur zijn gedood.  

Over de precieze toedracht bestaan meerdere lezingen. Eén ervan luidt dat de groep Nederlandse soldaten die door de Maas waadde door de Duitsers werd beschoten. Het staat echter vast dat de op de Belgische oever weer in stelling gebrachte Nederlandse mitrailleur het Duitse machinegeweer heeft uitgeschakeld. Aannemelijk is dat de Belgen de terugtrekkende Nederlanders voor Duitsers hebben aangezien en ze vanuit een  op de westelijke Maasoever gelegen Belgische kazemat onder vuur hebben genomen. Veel Duitsers droegen namelijk Nederlandse uniformen.