De provincie Limburg speelde een belangrijke rol tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hier begon de bevrijding van Nederland, die gepaard ging met felle gevechten tussen de geallieerde en Duitse strijdkrachten. Ook startte hier de doorbraak naar Duitsland: het Rijnlandoffensief. Tijdens de opmars richting Duitsland werden verdere delen van Zuid-Limburg bevrijd.

De rivier de Maas heeft een belangrijke rol gespeeld tijdens de laatste oorlogsjaren. Op 21 juli 1944 stort een Britse bommenwerper neer in de Maas nabij Reuver en Kessel. Een dramatische gebeurtenis die in de winter datzelfde jaar wordt gevolgd door een nieuwe ramp op bijna dezelfde plek. Op 11 november staan de geallieerden aan de rand van het dorp Meyel en op die dag voltrekt zich een drama op de Maas tussen Kessel en Reuver. Door de onkunde van Duitse militairen die belast zijn met de overtocht van oorlogsmaterieel en proviand kapseist en zinkt de veerpont met aan boord vijftien mannen. Hiervan overlijden dertien personen waaronder de zeven burgermannen uit Belfeld. Twee Belfedenaren, Kuüb Naus en Kuüb Reinders zijn nooit meer teruggevonden. Ook acht Duitse soldaten maakten deze fatale overtocht mee. Van hen wisten er twee de ramp te overleven. De slachtoffers uit Belfeld: Marinus (Tinus) Derks (45), Godefridus (Frits) Linssen (35), Pierre Gielen (35), Gerrit van Eyk (30) en P.Gielen (42) zijn naderhand begraven op het Kerkhof in Belfeld.

Werner Portinecke (43) was een van de zes Duitse slachtoffers die in die nacht omkwamen. Zeventig jaar later is een oorlogsgedenkteken onthuld ter nagedachtenis aan de slachtoffers van het drama op de Kesselse Maas.