Bij Operatie Market Garden denken veel mensen aan de luchtlandingen bij Arnhem, Nijmegen en Eindhoven en de moeizame opmars van het Britse grondleger. Maar voordat dit allemaal begon, voerden de Britse en Amerikaanse bommenwerpers aanvallen uit op Duitse gronddoelen in Nederland en specifiek in het gebied waar de luchtlandingen zouden plaatsvinden. Het doel was om zoveel mogelijk de Duitse luchtafweer en vliegvelden uit te schakelen en ook bekende of vermoedelijke Duitse troepenconcentraties te vernietigen.

De luchtaanvallen begonnen in de nacht van 16 op 17 september. Honderden bommenwerpers van de Royal Air Force en de Amerikaanse 8e Luchtmacht vielen Duitse vliegvelden in Nederland en Duitsland aan. In de vroege ochtend van de 17 september bombardeerden bijna 900 Amerikaanse bommenwerpers Duitse luchtafweerstellingen en troepenconcentraties in Nederland. Ook stegen de vliegtuigen van het Britse 2e Tactische Luchtmacht op om gerichte aanvallen op kazernes in Nijmegen, Kleve, Arnhem en Ede uit te voeren.

Een van de doelen was de Willemskazerne, Een van de doelen was de Willemskazerne die stond op de plek waar nu het Gele Rijdersplein ligt. Tijdens de oorlog werd deze kazerne door Duitse troepen gebruikt en daarom wilden de geallieerden het gebouw uitschakelen. In de ochtend van 17 september werd de kazerne aangevallen en verwoest. Maar ook andere gebouwen en straten in Arnhem werden getroffen tijdens deze bombardementen, zoals de Menno van Coehoornkazerne in Klarendal, de Bloemstraat, het Roermondsplein en de Stadsschouwburg. In de bredere omgeving van de luchtlandingen bij Arnhem werden ook doelen aangevallen waaronder Ede en Wolfheze. Onontkoombaar vielen hier ook burgerslachtoffers bij, de eersten van velen die tijdens de Slag bij Arnhem door oorlogsgeweld werden getroffen.