Op deze plek vond op dinsdag 19 september 1944 een drama plaats. Indertijd was hier een garage van Van Gend en Loos gevestigd en in dit pand worden die dag vijf Arnhemse burgers standrechtelijk geëxecuteerd door Duitse soldaten. Een plaquette aan de buitenmuur van het (nieuwe) gebouw herinnert hieraan.

Wat precies de aanleiding is geweest, is nog steeds niet geheel bekend. Een van de slachtoffers, huisarts Jan Zwolle, was eerder gebeld om gewonden te verzorgen in de Nijverheidsschool voor Meisjes aan de Rijnkade 36. Daar waren ook de andere vier personen aanwezig. Zij hielpen mee met het verzorgen van enkele gewonde Britse soldaten die in het gebouw waren ondergebracht. Een van deze soldaten, korporaal Arthur Maybury, kon helaas niet meer worden gered en overleed aan zijn verwondingen.

Toen Duitse troepen de volgende ochtend het gebouw innamen kregen de vijf opdracht om een gewonde Britse soldaat op een brancard weg te brengen richting de Bakkerstraat. Daar werden de vijf Nederlanders vervolgens geëxecuteerd. De naam en het lot van de Britse soldaat is onbekend.

Iets verderop, aan de Bakkerstraat 60, vond een heel ander verhaal plaats. Een groep Britse parachutisten onder leiding van luitenant Levien had de nacht van 17 op 18 september in de omgeving van de oude haven doorgebracht en probeerde op de ochtend van de 18e bij de verkeersbrug te komen. Vanwege zwaar Duits vuur langs de Rijnkade, besluit de groep een andere route te kiezen. Om onduidelijke redenen liepen zij ver in noordelijke richting de Bakkerstraat in en kwamen uiteindelijk in de meubelwinkel van Engelsman terecht op nummer 60. Daar moesten zij schuilen terwijl Duitse soldaten posities innamen in de omgeving en verschillende huizen doorzochten. Uiteindelijk werd de groep van Levien in de vroege ochtend van de 19 september ontdekt en ontstond een vuurgevecht. De situatie voor Levien’s groep werd hopeloos en terugtrekken ze konden niet terugtrekken Er restte niets anders, dan zich over te geven.