Nederland
Markeren
Deel
Route
Wat nu een plantsoen is, was tijdens de oorlog nog bebouwd met huizen en tuinen. Tijdens de Slag om Arnhem werd hier hevig tussen Duitse en Britse militairen gevochten. Bij een van de gebeurtenissen die hier plaatsvond, was de Britse soldaat Sid Elliot en de Duitse soldaat Rudolf Trapp betrokken.
Wat tegenwoordig een plantsoen is, was in de tweede wereldoorlog nog bebouwd met huizen. Een deel van de Britse luchtlandingstroepen die de brug hadden weten te bereiken, verschanste zich in de gebouwen die destijds op deze plek stonden, voornamelijk aan de kant van wat nu de Oranjewachtstraat is. Al vrij snel werden de Britten in deze omgeving onder druk gezet door Duitse soldaten die vanuit westelijke kant de gebouwen en tuinen de Britse verdediging infiltreerden.
Op woensdagochtend 20 september 1944 vond ook zo’n poging plaats. Ditmaal trachtten de Duitsers om via Rijnkade met een pantserwagen de brug te bereiken en aansluiting te vinden met andere Duitse troepen die vanuit oostelijke kant druk op de Britse verdediging uitoefenden. Op hetzelfde moment voerden de Britten een patrouille uit door de huizen en tuinen langs de weg die de huidige Oranjestraat en de Rijnkade verbindt. Soldaat Sid Elliott leidde deze patrouille. Aangekomen in een huis bij de Rijnkade zagen zij de Duitse pantserwagen naderen. Met goed gemikte een gammon-granaat die precies in de open bemanningscompartiment terecht kwam, schakelden zij het voertuig uit. Een van de Duitse soldaten die het overleefde, SS-soldaat Rudolf Trapp, nam in eerste instantie dekking in een van de ruines langs de kade, maar moest al snel richting de Rijn rennen en een duik nemen over de kademuur en daarna in de rivier om te ontkomen.
Van de gebouwen die hier stonden is niets overgebleven. Na de oorlog is deze omgeving als plantsoen ingericht en heet tegenwoordig het Jacob Groenewoudplantsoen. Groenewoud was een Nederlandse luitenant die ingedeeld was bij een zogeheten Jedburgh team en verbonden werd aan de Britse 1e Luchtlandingsdivisie. Hun taak was de contacten met lokale verzetsgroepen te leggen en voor coördinatie van hun acties met die van de geallieerde eenheden te zorgen. Het was Groenewoud ook gelukt om bij de brug te komen.
Op woensdag 19 september 1944 was de medische situatie bij de brug erg nijpend. Groenewoud probeerde contact te leggen het met St. Elisabeth Gasthuis om medische hulp te regelen. Omdat telefoons bij de brug niet meer werkten, probeerde hij met zijn collega, luitenant Todd, om door de Duitse linies het huis van een nabij wonende arts te bereiken om van daaruit te telefoneren. Tijdens deze poging werd Groenewoud dodelijk getroffen. Op 27 juli 1945 werd hij postuum onderscheiden met het ridderkruis vierde klasse van de militaire Willems-Orde, de hoogste militaire onderscheiding die Nederland kent onder de volgende toelichting: “Zeer veel moed en beleid getoond bij de landing bij ARNHEM op 17 september 1944 door als commandant van een sectie infanterie door te dringen in een Duits hoofdkwartier en aldaar zeer belangrijke stukken, onder andere het vernielingsplan van de havens van Rotterdam en Amsterdam in beslag te nemen. Na hiervan te zijn teruggekeerd en met eenige Britsche troepen van de hoofdmacht afgesneden te zijn, zich vrijwillig ter beschikking gesteld om door de sterke linie te trachten door te breken teneinde het verbroken contact te herstellen. Bij die poging gesneuveld.”