Nederland
Markeren
Deel
Route
Jan Dommering was een hoteleigenaar en een internationaal bekend biljarter. Tijdens de oorlog werkt hij samen met het verzet en blijft hij ook na de Slag om Arnhem in zijn hotel wonen. Een opmerkelijk oorlogsverhaal van een bekende Arnhemmer.
Dit pad is vernoemd naar Jan Berend Dommering, een bekende Arnhemmer die de Slag om Arnhem en de periode erna van dichtbij meemaakte.
Jan Dommering werd in 1882 geboren in Winschoten in Groningen. Zijn vader was hotelier en Jan trad in de voetsporen van zijn vader. Hij volgde een hotelopleiding in Duitsland, waar hij ook een tijd bleef werken in München. Daarna woonde en werkte hij nog in andere Europese landen voordat hij in 1907 zijn eigen hotel opende in Arnhem, hotel Bristol dat indertijd vlak bij het station stond. Later kocht hij nog andere hotels en ook een bioscoop in de stad Groningen.
Jan was niet alleen een hotelier en ondernemer met een zeer goede en internationale reputatie (hij adviseerde op een gegeven moment zelfs het befaamde Waldorf Astoria in New York), maar Jan was ook een getalenteerd biljarter. Voor de oorlog deed hij mee in verschillende wedstrijden en schopte het tot Europees en ook wereldkampioen. In 1927 sleept hij ook nog een wereldrecord in de wacht. Ook tijdens de oorlog deed hij op 60-jarige leeftijd nog mee aan wedstrijden.
Maar terwijl hij bleef biljarten en zijn beroep als hotelier bleef uitvoeren, was Jan Dommering tijdens de oorlog ook betrokken bij het verzet. Hij hielp Arnhemse knokploegen opzetten en bood het onderdak in zijn hotel voor vergaderingen. Maar hij liet ook openlijk zijn afkeer van de bezetting blijken; als op een gegeven moment een paar NSB’ers een affiche op het raam van zijn hotel hangen waarop staat “Hier geen Joden”, verwijdert Jan Dommering deze demonstratief. De Duitsers kregen in de gaten dat jan anti-Duits was en sloten hem een tijdje op in Kamp Amersfoort. Wegens gebrek aan bewijs moesten zij hem uiteindelijk weer vrijlaten.
Toen na de Slag om Arnhem de stad op last van de Duitsers werd geëvacueerd, mocht een selecte groep in de stad blijven als “Technische Nooddienst”. Deze dienst had tot taak om de stad bewoonbaar te houden na de evacuatie en kwam samen in het hotel van Jan, die nauw met hen samenwerkt. Van “bewoonbaar houden van de stad” kwam echter niets terecht; de Duitsers, soms geholpen door Duitsgezinde Nederlanders plunderden de stad systematisch leeg en huizen werden daarbij vernield voor zover deze nog niet door oorlogsgeweld waren getroffen.
Jan overleefde de oorlog en werd voor zijn hulp aan het verzet onderscheiden. In 1958 overleed hij. Pas 30 jaar na zijn dood werd dit pad naar hem vernoemd. Maar niet voor zijn verdiensten in de oorlog, maar voor zijn verdiensten als biljarter.