Een voorbeeld hiervan is het dorp Druten, gelegen aan de Waal. Op 17 september, toen honderden vliegtuigen over het Rijk van Nijmegen vlogen om parachutisten te droppen, schrokken de Duitse soldaten die in het dorp aanwezig waren. Ze trokken zich terug naar de noordoever van de rivier. Deze was nog in Duitse handen. Drie dagen later kwam rond de middag een groep van Britse verkenners naar het dorp. Ze waren op zoek naar een plek waar ze de Waal konden oversteken. Toevallig voer op hetzelfde moment een Duitse patrouille op de rivier. Ze waren op weg naar het dorp.

Drutenaren waarschuwden de Britten, die zich bij het veerhuis achter de dam verstopten en vanuit hier naar de veerpont slopen. Toen de Duitse soldaten over de Veerdam fietsten, schoot een van de Britse soldaten zijn geweer op de soldaten leeg. Twee Duitse soldaten waren op slag dood, twee raakten gewond en één soldaat kon nog net op tijd terug naar de noordoever vluchten.

Na de schietpartij vertrokken de Britse soldaten naar Nijmegen en pas uren later, toen het al donker was, durfde de pastoor van de gemeente naar de Duitse soldaten te gaan, die nog steeds op de Veerdam lagen. Slechts één van hen was nog in leven. Nadat zijn wonden waren verzorgd, werd hij naar Wijchen gebracht, waar alle Duitse krijgsgevangenen uit de regio terechtkwamen. De andere drie soldaten werden op de Rooms-Katholieke Begraafplaats van Druten begraven.

De Waal als frontlinie

Operatie Market Garden betekende de bevrijding van de stad Nijmegen en de nabije omgeving. Dit gold echter niet voor alle steden en dorpen in de buurt. Een groot deel van Nederland, waaronder ook delen van de Betuwe aan de noordoever van de Waal, bleven tot de Duitse overgave in mei 1945 bezet. Zo vormde de Waal een frontlinie in het midden van Nederland, waardoor verschillende dorpen en steden veel oorlogsgeweld mee moesten maken. Sterk beschadigd door gevechten en bombardementen zijn bijvoorbeeld de stad Tiel en ook het dorp Deest, dat maar op enkele kilometers afstand van Druten ligt.