Biografie

Validio Mantovani

Italië

Deel

Validio Mantovani was fabrieksarbeider en tijdens de oorlog lid van de Patriottische Actiegroepen. Hij werd in 1944 door de nazi’s geëxecuteerd voor zijn rol in het verzet, samen met vijf andere partizanen (verzetsmensen).

Validio Mantovani werd op 20 oktober 1914 geboren in Ariano Polesine in Veneto. Hij groeide op in een socialistisch gezin. Na de opkomst van de fascistische beweging van Benito Mussolini kreeg het gezin te maken met intimidatie en geweld. In 1924 verhuisde de familie Mantovani naar Milaan. Validio vond een baan in de autobandenfabriek Pirelli Sapsa en kwam in contact met de communistische partij, die populair was in de industriële regio’s van Noord-Italië. 

Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Mussolini bondgenoot van nazi-Duitsland. In 1943 namen de geallieerden de macht over in het zuiden van Italië. In Noord-Italië werd Mussolini officieel de leider van de Italiaanse Sociale Republiek, maar feitelijk was nazi-Duitsland de baas. Validio werd een belangrijk lid van de “Patriottische Actie Groepen” (Gruppi di Azione Patriottica,GAP). Deze verzetsgroep voerde  gevaarlijke acties uit, zoals aanvallen op vijandige eenheden en hoofdkwartieren. Ook pleegde de groep moordaanslagen op Duitse officieren, fascistische leiders en spionnen. 

Een van de eerste acties waaraan Validio deelnam, was een mislukte moordaanslag op Gino Gatti op 20 oktober 1943. Gatti was kapitein van de Republikeinse Nationale Garde en stond er om bekend dat hij partizanen martelde.

Na de mislukte aanslag werd Validio commandant van het Gramsci-detachement, een kleinere groep binnen de GAP, en nam deel aan veel acties in Milaan, waaronder de succesvolle moordaanslag op Aldo Resega, een Milanese fascistische functionaris, op 17 december 1943. Vanwege zijn acties werd Validio overgeplaatst naar Genua  als plaatsvervangend commandant van de lokale GAP. 

Op 26 juli 1944 werd Validio gevangen genomen, op verdenking van een reeks aanslagen in Genua. Hij werd naar de San Vittore-gevangenis in Milaan gestuurd, waar zijn vader, Rottilio, ook vastzat vanwege zijn betrokkenheid bij het verzet. Op 31 juli 1944 werden Validio, Rottilio en vier andere partizanen, onder wie een zeventienjarige jongen, in de buurt van Milaan geëxecuteerd. In totaal werden zeven leden van de familie Mantovani geëxecuteerd vanwege hun betrokkenheid bij het verzet.