De Duitser Karl-Heinz Kracht sloot zich op 3 september 1943 aan bij de Wehrmacht. Daarvoor had hij een jaar bij de Reichsarbeitsdienst (Rijksarbeidsdienst) gewerkt. Nadat het hem niet gelukt was om officier te worden, werd hij In maart 1944 overgeplaatst naar Bielefeld voor een trainingsprogramma voor tankbemanning. Op 17 september 1944, tijdens Operatie Market Garden, landden geallieerde parachutisten in Zuidoost-Nederland. Karl-Heinz en zijn eenheid met 15 tanks werden per trein naar het front vervoerd. Ze arriveerden op 18 september in Zevenaar en maakten daar deel uit van Kampfgruppe Knaust, een geïmproviseerde eenheid die in haast was samengesteld om de gevechten te ondersteunen. De tanks bereikten Arnhem via de oostkant. Ze waren klaar voor de strijd. Karl-Heinz’s eenheid leed zware verliezen toen deze een aanval ondersteunde van de Duitse infanterie op Engelse stellingen aan de noordkant van de Rijnbrug. Karl-Heinz vocht mee als bommenlader op een Panzer III tank, precies dezelfde tank als waarmee hij in Bielefeld getraind had. Hij was geshockeerd door de vernietiging van de stad en de vele doden die hij zag. Bovendien was hij doodsbang voor het Britse anti-tankgeschut. Na de strijd om Arnhem en de hevige gevechten bij Elst, kreeg Karl-Heinz voor zijn acties het Ijzeren Kruis 2e klasse. Tijdens Pasen 1945 werd hij in het Ruhrgebied door Amerikaanse troepen opgepakt en krijgsgevangene gemaakt. Nadat hij in 1946 was vrijgelaten, schoolde hij zich om tot tandarts en verhuisde naar Zweden. In 1973 keerde hij terug naar Duitsland, waar hij in 1999 in Flensburg overleed.